Hoe haak je pijlen in kantsteek

Total
3
Shares

 

We gaan wat pijlen in kantsteek haken. Hiervoor gebruiken we Pima Katoen in naturel en een 5 mm haaknaald. Dit is een schattig patroon voor elk type kledingstuk—sjaals, jasjes, t-shirts—wat je je maar kunt bedenken. Volg deze stappen en we weten zeker dat je dit patroon zo onder de knie hebt!

 

Om de kantsteek pijlen te maken moet je enkel de volgende steken beheersen:

  1. Lossen
  2. Stokjes
  3. Minderen
  4. Driedubbel minderen

Als je geen van deze steken kent, kun je met deze link naar het We are Knitters kanaal gaan. Voor deze steek heb je een meervoud van 16+5 steken nodig. Om dit voorbeeld te maken maakten we 37 lossen plus 3 extra, die tellen als de eerste steek van de eerste toer.

Voordat je begint is het belangrijk dat je de volgende technieken beheerst:

Minderen: maak een omslag en steek de haaknaald in de steek van de vorige toer zoals aangegeven in het patroon. Sla de draad om de haaknaald en haal de draad door de steek. Je hebt nu drie lussen op je haaknaald. *Sla de draad om en haal deze door de eerste twee lussen*. Je hebt nu twee lussen op je haaknaald. Maak een omslag en steek de haaknaald in dezelfde steek, sla de draad om en haal deze door de steek. Je hebt nu 4 lussen op je haaknaald. Herhaal van * tot *. Je hebt nu 3 lussen op je haaknaald. Maak een omslag en haal de draad door de laatste lussen. Je hebt nu nog 1 lus op je haaknaald.

Driedubbel minderen: maak een omslag en steek de haaknaald in de steek van de vorige toer zoals aangegeven in het patroon. Sla de draad om de haaknaald en haal de draad door de steek. Je hebt nu drie lussen op je haaknaald. *Sla de draad om en haal deze door de eerste twee lussen*. Je hebt nu twee lussen op je haaknaald. Maak een omslag en steek de haaknaald in dezelfde steek, sla de draad om en haal deze door de steek. Je hebt nu 4 lussen op je haaknaald. Herhaal van * tot *. Je hebt nu 3 lussen op je haaknaald. Maak een omslag en steek de haaknaald in dezelfde steek, sla de draad om en haal deze door de steek. Je hebt nu 5 lussen op je haaknaald. Herhaal van * tot *. Je hebt nu 4 lussen op je haaknaald. Maak een omslag en steek de haaknaald in dezelfde steek, sla de draad om en haal deze door de steek. Je hebt nu 6 lussen op je haaknaald. Herhaal van * tot *. Je hebt nu 6 lussen op je haaknaald. Maak een omslag en haal de draad door de laatste lussen. Je hebt nu nog 1 lus op je haaknaald.

Boog: een boog wordt gevormd door de lossen van de vorige toer.

Toer 1: haak 1 stokje in de 5e losse. *Haak 2 lossen en sla 3 lossen over, haak 2 stokjes in de volgende losse. Haak 3 stokjes. Haak 3 lossen, sla 3 lossen over, haak 3 stokjes en 2 stokjes in de volgende losse, haak 1 losse en sla 2 lossen over*. Herhaal van * tot* tot er nog 3 lossen over zijn, haak 1 losse, sla 1 losse over en haak 2 stokjes.

 

Toer 2: haak 3 lossen en 1 stokje. *haak 1 losse, sla de boog die gevormd wordt door de lossen van de vorige toer over, haak 3 stokjes in de volgende 3 steken en minder 1 steek. Haak 5 lossen en sla de boog van de vorige toer over. Minder 1 steek, haak 3 stokjes en haak 1 losse*. Herhaal van * tot * tot er nog 2 steken over zijn en haak in deze stokjes.

** Let op! Denk er aan dat de lossen van de vorige toer tellen als de eerste steek, dus je moet altijd de laatste steek maken door je haaknaald in de 3e losse van de vorige toer te steken.

Toer 3: haak 3 lossen en haak 1 stokje. *Sla de volgende boog over, haak 2 stokjes en minder 1 steek. Haak 3 lossen en haak 2 stokjes in de middelste losse van de boog van de vorige toer. Haak 3 lossen, minder 1 steek en haak 2 stokjes. Haak 1 losse.* Herhaal van * tot * tot er nog 2 steken over zijn** en haak in deze stokjes.

** Let op! De laatste herhaling blijft incompleet, dus haak bij de laatste herhaling niet de laatste losse van de herhaling.

 

Toer 4: haak 3 lossen, haak 1 stokje. *haak 1 stokje in de volgende steek en minder 1 steek. Haak 3 lossen, sla de boog van de vorige toer over, haak 3 stokjes in de volgende steek, haak 1 losse en haak 3 stokjes in de volgende steek. Haak 3 lossen, sla de boog van de vorige toer over, minder 1 steek en haak 1 stokje*. Herhaal van * tot * tot er nog 2 steken over zijn en haak in deze stokjes.

Toer 5: haak 3 lossen, haak 1 stokje en minder 1 steek. *Haak 3 lossen, sla de boog van de vorige toer over, haak 2 stokjes in de volgende steek en haak 2 stokjes. Haak 2 lossen, sla de boog van de vorige toer over, haak 2 stokjes en 2 stokjes in de volgende steek. Haak 3 lossen, sla de boog van de vorige toer over en minder 1 steek driedubbel*. Herhaal van * tot * tot er nog 4 steken over zijn**. Minder 1 steek en haak 2 stokjes.

** Let op! De laatste herhaling is voltooid vóór de driedubbele mindering. Je moet je laatste herhaling afmaken zonder de driedubbele mindering.

Toer 6: haak 3 lossen, haak 1 stokje en sla de steek en de boog van de vorige toer over. *Haak 2 lossen, haak 2 stokjes in de volgende steek, haak 3 stokjes, haak 3 lossen en sla de boog van de vorige toer over. Haak 3 stokjes, haak 2 stokjes in de volgende steek, sla de boog over, sla de volgende steek over en ook de volgende boog. Haak 1 losse*. Herhaal van * tot * tot er nog 2 steken over zijn**. Haak 2 lossen en 2 stokjes.

** Let op! De laatste herhaling blijft incompleet, dus je moet je laatste herhaling afmaken nadat je de 2 stokjes in dezelfde steek hebt gehaakt.

Herhaal toer 2 tot en met 6 tot je de gewenste lengte hebt bereikt.

Nu laten we je het telpatroon zien om als gids te gebruiken.

 

Vergeet niet dat je een heleboel foto’s moet maken en ze moet posten op social media met de hashtag #weareknitters.

You May Also Like

Hoe haak je bloemen rand

    Bij haken is het makkelijk om verschillende soorten randen te maken om je werkstuk een unieke afwerking te geven. In deze post leren we je hoe je een…
View Post