Hoe bereken je de steken voor een patroon.

Total
2
Shares

Je hebt vast en zeker wel eens een favoriete trui willen breien, maar dan met een aangepast patroon op de voor- of achterkant. Je hebt een steek uitgezocht die je wil gebruiken, maar je bent er niet zeker van of het aantal steken op je naald, de juiste verhouding heeft voor deze steek of voor dit kleding stuk. Het enige wat je moet doen is het aantal steken tellen wat je nodig hebt voor een naald. Hoe? Hier zijn onze makkelijke tips.

We gebruiken de  Visgraat kant steek die we je laatst hebben geleerd als voorbeeld. Als je nu als voorbeeld 99 steken op je pen hebt, kan je dan de Visgraat kant steek breien?  We gaan dit even uitrekenen.

De Visgraat kant steek heeft een herhaling van 7 steken + 1 extra steek nodig en wordt als volgt gebreid:

1e naald: 1 recht, * 1 averecht, 1 recht, 1 omslag, brei 2 steken averecht samen, 1 recht, 1 averecht, 1 recht*, herhaal van * tot* tot het eind van de naald.

2e naald: 1 averecht, *2 recht, 1 omslag, brei 2 steken averecht samen, 2 recht, 1 averecht* herhaal van * tot * tot het eind van de naald.

 

In de 1e naald zie je dat er 7 steken nodig zijn voor de herhaling tussen de sterretjes. Je mindert wel door 2 steken samen te breien, maar dat wordt gecompenseerd door de omslag vlak voor de mindering. Met andere woorden, het aantal steken blijft gelijk. Aan het begin van de naald is 1 extra steek als kantsteek. Als we naar de 99 steken kijken die op de naald staan zien we dat 13 x 7=98 steken is, plus de ene kantsteek maakt precies 99 steken. Je kan deze steek dus gebruiken zonder iets aan te passen.

Om te weten of een patroon geschikt is voor het aantal steken wat je op je naald hebt, moet je net als in het voorbeeld hierboven het patroon analyseren.

Let op:

-Het aantal steken wat nodig is voor een herhaling. Je vindt deze tussen de sterretjes. Vermenigvuldig dit aantal totdat je het dichtst bij het aantal steken op je naald bent.

-Denk er aan dat minderingen uit 2 steken bestaan, dus tel ze als 2 en niet als 1

–Een meerdering telt ook als 1 steek, ook al worden het in de volgende naald 2 steken, je hebt maar 1 steek nodig om de meerdering te maken.

-Een omslag telt niet als steek, want deze wordt pas in de volgende naald als steek gebreid. (en als de eerste naald het juiste aantal heeft, dan heeft de rest dat ook)

-Let op of er een extra steek is die niet bij de herhaling hoort, zoals in ons voorbeeld. Deze steek (of steken) zijn om het patroon te centreren, maar je kan ze soms laten vervallen. Dit hangt af van de steek en het patroon.

–Als je gelijkmatig moet minderen aan beide kanten van je werk ( bij een trui bijvoorbeeld) dan moet je het ontwerp daarop aanpassen. Het is handig om na de mindering een herberekening te maken, zodat je patroon goed doorloopt.

Wat denk je? Durf je de uitdaging aan te gaan om je breipatroon aan te passen naar je eigen ontwerp? Bekijk het patroon en tel het aantal steken om te zien of je het kan verwerken in je aantal steken dat je nodig hebt voor je werkstuk.

Je kan met al onze brei sets,oefenen, kies er een met een patroon wat je kan uittellen en pas het aan zoals je het wil hebben.

You May Also Like